Categorieën
Inzending

Onze samenleving is verkild.

Vorig jaar trok ik vanuit Vormingplus Oost-Brabantnaar Diest om mensen met een migratie-achtergrond aan het woord te laten. I.p.v. een project te planten dat uit mijn eigen witte geest is ontsproten eens te luisteren naar wat zij nodig hebben. Of zal ik zeggen wat wij nodig hebben. Want is dat niet wat we willen, betekenisvol samenleven met elkaar? Ik vertrok met de idee om te werken rond racisme en eindigde met een project over brood. Een project over verbinding, over wat we gemeenschappelijk hebben, over het verbreken van vooroordelen. 

Mensen die verschillen van jou kunnen een spiegel voorhouden. We kunnen zoveel van elkaar leren. Ik barst uit in een lachbui wanneer iemand vertelt hoe goed hij al geïntegreerd is. “Na mijn werk ga ik nu naar huis, zeg ik zeker geen dag tegen mijn buurman als ik hem op straat tegenkom, en zet ik mij voor den tv”. Ik word geslagen met verstomming wanneer iemand vertelt dat “ze in Diest 20 jaar nodig hebben om je te leren kennen.” Ik ben ontroerd als iemand opstaat en zegt “ik ben geen Mauritiaan maar een Belg en ik ben het beu om dat telkens te moeten herhalen”. Ik ben hoopvol wanneer iemand zegt dat “het ook onze taak is om te gaan aankloppen bij de buren”. En ik voel diepe schaamte wanneer ik hoor dat iemand die hier is komen wonen “naar zijn buren stapte met een Colombiaans gebak om contact te leggen omdat ze tot dan toe enkel werd ontvangen met een afkeurende blik”.

Onze samenleving is verkild. Vlamingen hebben nauwelijks contact met hun buren. In mijn geboortestad Leuven gaven slechts 40% van de mensen in 2017 aan elkaar te vertrouwen. 30% gaf aan de namen van zijn buren zelfs niet te kennen. Er zijn mensen die vasthouden aan een soort Vlaams ideaalbeeld dat niet bestaat. En nog anderen laten zich meeslepen door polariserende propaganda en onwaarheden die beweren dat migranten “onze jobs afpakken en leven van onze sociale zekerheid”. Wel ik verzeker u dat het voor iedereen een meerwaarde is om een diverse samenleving te hebben.

Woensdag komen wij op straat. We gaan op de barricade staan voor een warme inclusieve samenleving in een tijd waar onze regering duidelijk andere doelen vooropstelt. Een samenleving waarbij mensen bij elkaar gaan aankloppen en elkaar helpen. Een samenleving waarbij we solidair zijn voor diegenen die het niet zo breed hebben als ons of niet van dezelfde privileges genieten verdomme. Ja ik scheld! Want het is blijkbaar erg moeilijk vandaag om de rijkdom die we hebben vergaard op de kap van andere landen en culturen opnieuw open te stellen en te delen met elkaar. Daarom pleit ik voor menselijkheid! Voor een land waar mensen worden welkom geheten en ze niet in de kou blijven staan. Het moest jou maar eens overkomen!  

Charlotte Marie Dooms

#VUURWERK @Vormingplus @Vuurwerk

Categorieën
Inzending

Tussen daad en droom: daders en slachtoffers maken samen theater

Tussen daad en droom: daders en slachtoffers maken samen theater 

-reflecties van Herlinde Swinnen- 

Dinsdag 18 oktober. Het is nog niet lang avond, maar het is al donker. De herfst is begonnen en daar moeten we allemaal aan wennen. Ik sta buiten in de regen, voor de deur van de gevangenis van Leuven. Ik ben te laat.                                           ’t Is een vreemde dag vandaag. Vanmorgen reed ik met mijn auto tegen een spelende poes. Haar hoofdje bloedde, ze stierf op de weg. Ik zag haar nog even strijden om te overleven, maar de zachte klap was veel te hard. Auto’s zijn metalen monsters en het leven is broos. 
Ik legde het warme lijfje aan de kant en voelde spijt. Mensen hechten zich soms heel erg aan dieren. Ik dacht terug aan vroeger toen mijn cavia stierf of de hond van de buren. 
“Eén keer overreden worden is genoeg. Het katje moet aan de kant, ook al wordt mijn jas dan rood.” 
Terug in mijn auto voelde ik me schuldig. Ik had voor het einde van dat geliefde huisdiertje gezorgd. Ik had het niet gewild, maar het was gebeurd. De kat leefde en nu was ze dood. Ik pakte een rondslingerend papiertje om te schrijven naar wie de kat zou vinden. Ik begon met “je suis très désolée”. Ik eindigde met “je suis vraiment très désolée”. 
Op de terugweg kreeg ik een berichtje van mijn lief: “Sorry, ik wou je niet kwetsen. Ik zeg soms stomme dingen. Kun je me vergeven?” 

Vergeven is niet gemakkelijk. Ik wil vergeven worden door de eigenaars van de kat, en door de kat zelf ook (je weet maar nooit dat ze zich anders in haar volgende leven op mij gaat wreken, ik kan maar beter voorzichtig zijn). Ik wil mijn lief vergeven, maar ik wil niet dat hij zomaar vergeet wat er is gebeurd en vrolijk een ijsje gaat eten. Nu toch nog niet. 
Vergeven, wat is dat eigenlijk? 

Het begint te regenen. De inkt van het tekstje loopt waarschijnlijk uit. 

Maar daar sta ik dus, in de Maria-Theresia-straat, mijn identiteitskaart in de hand. Vanavond ga ik naar een andere wereld. Een wereld met eigen regels en gewoontes. Een grote metalen kooi. Ik ga de gevangenis van Leuven binnen: gsm weg, deuren toe, alles in het slot, bam bam bam. 
Bart, mijn collega, Lies en ik hebben in Leuven Hulp afgesproken met een groep mensen die in het verleden slachtoffer waren van kleine en grote misdaden. We krijgen een rondleiding door de gevangenis. Het is een eerste stap in het samenbrengen van daders en slachtoffers om uiteindelijk samen op de planken te staan met een eigen toneelcreatie. Spannend. 
Ik ben te laat, maar ik mag nog binnen. De metaaldetector vindt het grappig dat ik mijn bh moet uitdoen. Als het regent, is het systeem gevoeliger, zo kom ik te weten. Elke omgeving zijn specifieke weetjes. 
Wanneer ik aansluit is de directrice aan het uitleggen welke begeleiding de gevangenen krijgen, wanneer ze kunnen sporten, naar de bibliotheek gaan, wandelen, naar de dokter, in een koor zingen, … We krijgen de bezoeklokalen te zien. Er zijn familiekamers met speelgoed voor kinderen en er is een kamer met een bed voor koppeltjes. Twee keer per maand mogen de gedetineerden die ruimte aanvragen. Ik zie een bordje met ‘gratis condooms’ en ik kijk naar de blikken van de slachtoffers. Zou het voor hen moeilijk zijn om te horen dat de gevangenen ook plezier mogen hebben? Maar er is een grote mildheid voelbaar ten aanzien van de gedetineerden. Ik vind dat straf, het getuigt van veel menselijkheid bij onze deelnemers. Sommigen onder hen maakten heel erge dingen mee, het is voor hen een hele stap om de gevangenis binnen te gaan. Er hangt een spanning in de lucht, maar ook vastberadenheid. 
De directrice praat met strakke woorden. Ze ziet er kordaat uit, zelfzeker en onfeilbaar. Een vrouw aan het hoofd van een mannengevangenis, dat is wel wat. Al die testosteron rond je. Ik zou niet graag in haar schoenen staan, ik zou waarschijnlijk binnen de kortste keren op de commissaris van Mega Mindy lijken. Zou de directrice mama zijn en thuis haar categorieke jas uitdoen? Ik denk het wel, ze heeft een zachtheid in haar ogen. 

Het gevangenisleven heeft zijn eigen vocabularium: ongestoord bezoek, glasbezoek, residentiële piste, uitgangsvergunning, tuchten oplopen, reclassering, detentie. Het is er niet gezellig. De cellen zijn heel klein, alles ziet er oud en versleten uit, er hangt een geurtje overal en de deuren zijn dik en gesloten.  

Naar het schijnt gooien de gevangenen doorzichtige plastieken zakjes naar buiten, uit hun raam. “Het is hun kleine daad van rebellie”, zegt de directrice overtuigd. In mijn verbeelding zie ik hen kijken hoe het zakje door de wind wordt opgetild, hoe het speels heen en weer beweegt, hoe het de verse lucht inademt en ver weg vliegt. Ik hoor hen denken: “Hoe is het toch zo ver kunnen komen?”. 
In de gevangenis is er overal onnatuurlijk licht en het lijkt of de luchtdruk er heel hoog is. Twee grote handen hebben mensen bijeen gegrabbeld en ze als een papierpropje in elkaar geduwd. De gevangenen mogen wel werkjes doen en toertjes wandelen, maar ik word toch een beetje moedeloos. Zoveel fysieke kracht die teniet gaat. Zoveel onvervulde verlangens. Zoveel verspild menselijk kapitaal. Is er echt geen andere manier? 
Het is confronterend, deze gedachten, terwijl de slachtoffers naast mij staan. Ik word heel kwaad als ik denk aan wat hen aangedaan is. Ze zijn onvoorstelbaar sterk, maar ik weet dat ze vaak schuifelen over een slappe koord boven een diepe afgrond. 

Ik voel een grote empathie voor beide kanten, daders en slachtoffers. Zwart-wit bestaat niet. Het één sluit het ander niet uit. 
De daders zitten opgesloten, maar de slachtoffers ook, zo blijkt uit hun getuigenissen. In hun verwerking. In de herhaling van de daden in hun hoofd. In het moeilijk vertrouwen van anderen. Ik zie de deuren en de sloten en denk aan psychiatrische instellingen. De gebouwen, de trappen, de grootkeukengeuren: er is een grote gelijkenis. Slachtoffers van misbruik komen vaak in instellingen terecht, hun leven staat on-hold. Ze hebben daar nooit om gevraagd, het is het gevolg van wat hen is aangedaan. Geweld is zo destructief. 
Uit de groep komt de vraag of bij voorlopige invrijheidsstelling de erkenning van de dader dat hij een probleem heeft, belangrijk is. “Dat is zeker zo”, antwoordt de directrice, “maar je moet beseffen dat de meeste daders zelf slachtoffer waren van gelijkaardige daden in het verleden, dat zij soms geen andere logica of geen andere manier van bestaan rond zich hebben gezien.”  
Het is een cirkel. 
Breek de cirkel. 
Na dit bezoek gaat onze groep met haar verhalen samen met enkele gedetineerden een toneel maken. Het zal een mooie, krachtige uitdaging worden voor beide partijen. Danny Timmermans begeleidt hen als regisseur. In december wordt de creatie opgevoerd in de gevangenis, voor een publiek. Ongelooflijk straf toch? Wat er ook uitkomt, ik vind het nu al enorm. De moed van de deelnemers van onze groep is bewonderenswaardig. Ze duiken in zichzelf , ze stellen zich open, ze willen begrijpen. Ze gaan met hun gekwetste hartje de drukke straat op en maken mooie dingen met hun ervaringen. Ze breken de cirkel. 

Tijdens het bezoek vroeg ik me af waarom onze deelnemers zich zo blootstellen. Wat drijft hen? Waarnaar zouden ze op zoek zijn? Het kan toch niet gemakkelijk zijn? Waarom blijven ze niet liever veilig buiten deze gevangeniswereld? 
Zouden ze misschien willen kunnen vergeven? 

Buitengekomen haal ik eens diep adem, ik bel mijn lief en zeg dat we er een gezellige avond van gaan maken. Zoiets kleins vergeven, dat is gemakkelijk. 

Herlinde Swinnen is educatief medewerker Vormingplus Oost-Brabant en werkte mee aan het project ‘Tussen daad en droom’. 

Categorieën
Opinie

“Wat jullie ministers bindt is duidelijk: vervreemding van de praktijk van alledag.”

Geschreven door Pascal Debruyne, een man met 15 jaar verbondenheid met het jeugdwerk, opbouwwerk en integratiewerk.

Beste Minister Beke, beste Minister Somers en beste minister Crevits,

I call your bluff! 

Vandaag staat het antwoordapparaat aan bij de CAW’s. Ze verliezen een 70tal mensen overheen Vlaanderen. Opnieuw basisdienstverlening die verdwijnt. Nadat men maait in de omkadering van sociaal werk door de besparingen van 1 miljoen euro bij SAM vzw, maait men ook een deel van het basiswerk weg. 

➡️ Besparingen

Het zijn niet de enige besparingen die een hindernis zijn voor integratie en sociale mobiliteit. De dossierlast van trajectbegeleiders werd opgedreven tot meer dan 200 cliënten bij het Agentschap inburgering en integratie. Bestaande berekeningen stellen dat je rond de 115 moet zitten om degelijke en kwalitatieve begeleiding te doen van nieuwkomers. 

Samen met de VDAB die opnieuw moet besparen. In vergelijking met ons land hebben arbeidsbemiddelaars een torenhoge dossierlast. Zeker waar dat gaat over begeleiding van kwetsbare profielen, is er nood aan meer “1 op 1”-begeleiding. Ook daar werd er al bespaard op omkadering en werden taalcoaches wegbespaard. Naast het diversiteitsbeleid (EAD) dat overging in de KMO portefeuille die nu wordt wegbespaard. Geen ondersteuning voor integratie op de werkvloer meer. 

➡️ Efficiëntieoefeningen 

Maar zoals overal klinkt het dat efficiëntie-oefeningen alles zullen oplossen. En tussen deze diensten zogenaamde samenwerkingsprotocollen opzetten. 

Alsof samenwerking op papier geen mensen in de praktijk vraagt? Op de eerstelijn, vooral maar ook voor de omkadering van die praktijkwerkers. Hoeveel efficiëntie kan je nog boeken in Vlaanderen waar ongeveer alles gefusioneerd is en men alle kleine werkingen in het keurslijf van grote fusies drukte doorheen de laatste legislaturen? Brabbelen over efficiëntie is een ontkenning van de geschiedenis en organisatiepraktijken de laatste decennia. 

➡️ Vervreemding 

Wat jullie ministers bindt is duidelijk: vervreemding van de praktijk van alledag. Aliënatie van de uitdagingen van kwetsbare mensen en zeker mensen met migratieroots. Bovenop het geloof dat buddies alles gaan oplossen. 

Want alledrie pochen jullie met buddies als een soort mana dat uit de hemel valt. En alle basisdienstverlening zal oplossen. Het is eerlijk gezegd wrang. Wrang dat goedbedoelende mensen die vrijwillig aan de slag gaan aan de basis alles gaan oplossen. 

Niet dat ik tegen buddies ben: ik doe maandelijks intervisie bij buddies die mensen naar werk begeleiden. Maar denken dat buddies, mentoren, vrijwillige jobcoaches en een professionele vriend alles gaan oplossen is de meest cynische vorm van vermaatschappelijking die je je kunt inbeelden. 

➡️ Daal eens af naar de praktijk 

Beste ministers, jullie zijn volksvertegenwoordigers. Maar een deel van dat volk heeft ondersteuning nodig, in de praktijk. En die praktijkwerkers aan de basis hebben omkadering en steun nodig. Steun die jullie blijkbaar niet begrijpen. Daal aub eens af naar de samenleving, waar een deel van “het volk” vervreemd is, van de politiek en leeft in de marges van die samenleving. Elke dag hebben we daar hysterische debatten over. Enkel over deviant gedrag en vervreemding, over een gebrek aan integratie. Maar nooit over “het waarom” daarvan. 

Waarom? Omdat er al legislaturen lang een beleid wordt gevoerd dat zich op grote afstand bevindt van de reële praktijk. Een praktijk die jullie vandaag weer ondergraven met besparingen. En met antwoorden die zo weinig mogelijk kosten, en dus zo weinig mogelijk structurele antwoord geven op de reële noden onderaan de ladder. 

➡️ Laat ons elkaar geen Liesbeth noemen

Laat ons elkaar geen Liesbeth noemen (alleen al omdat een deel van de integratiesector en de sector van armoedebestrijding daar nog trauma’s aan overhield): dit is een keuze om duizenden en duizenden hulpvragen te negeren en structureel sociaal werk naar de annalen van de geschiedenis te verwijzen. 

Ook de structuur die een fundament vormt voor de vele vrijwilligers waarmee al die organisaties nu al werken. Wat zou moeten doen nadenken over de valse tegenstellingen tussen structurele ondersteuning en eerstelijnswerk. Organisaties die promoten dat je geen structurele ingrepen en dus structureel sociaal werk nodig hebt (“geef armen geen rotte Frank”) en alles oplost met buddies en sociale netwerken maken mensen iets wijs, wat niet door onderzoek onderstut wordt. 

➡️ I call your bluff 

Beste ministers, jullie pleidooi voor gratis begeleiding door vrijwillige buddies en verdere afbouw van basiswerk en structurele omkadering is gewoon bluf. Dat soort vermaatschappelijking van de zorg is geen “manna” maar eerder een valse mantra. En sorry voor mijn taal,….maar na 15 jaar verbondenheid met het jeugdwerk, opbouwwerk en integratiewerk: “I call your bluff!”. Zeker als jullie blijven praten over rechten en plichten, die steeds meer verschuift naar de mensen die jullie in de kou laten staan. 

Categorieën
Inzending

Welzijn in gevaar, voor Beke geen bezwaar

Minister van Welzijn Wouter Beke wil dat de CAW’s (centra voor algemeen welzijnswerk) vijf miljoen besparen vanaf 2020. De minister geeft tegelijk op verschillende fora en media de boodschap dat er op ‘initiatieven en hulp voor kwetsbare mensen op het terrein’ niet bespaard wordt. “Iets dat we niet goed kunnen rijmen en waar we verontwaardigd over zijn” zegt Anita Cautaers. “Maar we zijn vooral bezorgd. Deze maatregel heeft wel degelijk rechtstreeks effect op de meest kwetsbare mensen in de samenleving. Die dreigen uit de boot te vallen.”

Alle CAW’s sluiten op 3 december de deuren en nemen deel aan de geplande actie van de vuurwerkweek, in solidariteit met andere organisaties die getroffen worden door de regering.

Besparing treft kwetsbare mensen

“Het houdt voor ons geen steek dat deze maatregel kwetsbare mensen niet zou treffen” benadrukt Anita Cautaers. De besparing betekent voor de CAW’s minstens 75 jobs minder. Dit wil zeggen dat we minder mensen kunnen helpen, want besparen betekent keuzes maken. Concreet zou dit bijvoorbeeld betekenen dat we minder kunnen inzetten op slachtofferhulp en dat we daardoor per jaar 4.656 minder slachtoffers van een misdrijf of verkeersongeval kunnen helpen. Of dat we minstens 2.678 chatvragen niet langer kunnen beantwoorden. Of dat we minder inzetten op het JAC en dus minstens 5.907 kinderen en jongeren met een hulpvraag aan de deur laten staan. Of dat we minstens 8.434 mensen met vragen over stress, draagkracht, eenzaamheid en andere psychische problemen in de kou laten staan. “Waar kunnen die kwetsbare mensen nog terecht als ook andere sectoren moeten besparen en al met wachtlijsten zitten? Wij geven al jaren het signaal dat er juist meer inzet nodig is om welzijn te versterken. Nu krijgen verschillende zorg- en welzijnsorganisaties de boodschap dat ze moeten besparen. Hoe rijm je dit met een warm en solidair Vlaanderen?”

Bezorgd om onze medewerkers

“Over stress en draagkracht gesproken: De draagkracht van onze medewerkers en vrijwilligers wordt hierdoor nóg meer onder druk gezet. Terwijl zij al onder flinke werkdruk staan. De minister geeft de boodschap dat hij niet wil besparen op de hulpverlening op het terrein, maar tegelijk schrapt hij jobs en bouwt hij arbeids- en loonvoorwaarden van medewerkers af. Er wordt dus meer verwacht met minder middelen. Dit komt de kwaliteit van onze hulpverlening niet ten goede” aldus Anita Cautaers. “Zouden we niet beter zorg dragen voor hulpverleners? Zij leveren belangrijk werk voor de cohesie van de samenleving. Het aantal burn-outs in de zorg- en welzijnssector is een duidelijk signaal dat de druk nu al te hoog is.”

De CAW’s gaan massaal hun verontwaardiging tonen in Brussel. Ze sluiten collectief hun deuren op 3 december en nemen deel aan de geplande actie binnen het kader van de vuurwerkweek. Nachtopvang en crisishulpverlening blijven wel gegarandeerd, de residentiële werkingen gaan over op minimale dienstverlening.

brief overgenomen van CAW.be

Categorieën
Open Brief

Ouderschap: Open brief aan de Vlaamse Regering

Ouderschap… ongetwijfeld een zeer moeilijke en complexe taak! Perfect ouderschap is een utopie, en iedereen doet zijn best. Je hoopt steeds een soort ‘goed-genoeg ouder’ te zijn. Maar helaas is dit voor heel wat gezinnen niet haalbaar zonder ondersteuning. Mensen die durven hulp zoeken, of die durven aanvaarden als anderen die aanbieden of zelfs opleggen. Deze gezinnen kunnen onder andere bij De Takel terecht. Een dagcentrum binnen de jeugdhulp die kinderen, jongeren en hun context ondersteunt op een soms hobbelig parcours richting het ‘goed-genoeg gezin’. Zeer diverse gezinnen komen bij ons terecht, en hun hulpvragen zijn vaak al even divers. Maar au fond komt het steeds neer op ‘help ons een functioneel, warm gezin te zijn’.

Nu blijkt dat onze huidige Vlaamse regering ook op de welzijnssector zal besparen, kunnen we niet zomaar toekijken. Kunnen we niet toestaan dat zoveel mensen in de kou blijven. Kunnen we niet anders dan opkomen voor onze “zachte” sector!

Naar aanleiding van ons 30 jarige bestaan verzamelden wij getuigenissen van (ex) cliënten, personeel, vrijwilligers, … De passages hieruit zijn een teken dat de welzijnssector een zeer grote betekenis heeft voor tal van mensen. Maar ook dat het welzijnswerk er vaak toch voor zorgt dat een jongere een stapje verder, stukje zekerder in het leven komt te staan als volwassene. En laat die jongeren net onze toekomst zijn!

“Het was voor mij een soort ontspanning van de thuissituatie” “Toen mijn zonen het moeilijk hadden waren jullie mijn steun.” “Het gevoel dat je helpt timmeren aan een weg naar de toekomst van een jongere, geeft energie!” “Ik ben dankbaar voor het ritme dat ze me aangebracht hebben … vooral dat ze me opgevangen hebben wanneer het nodig was.“ “Voor de begeleiding leefden mijn mama en ik heel erg geïsoleerd, door het dagcentrum zijn mijn mama en ik mee met haar, uit onze cocon gestapt. We leerden er vrienden kennen, hadden leuke babbels, leerden veel over onszelf en hoe het anders kan…mijn mama kreeg weer richting en zin in het leven. Ikzelf slaagde er later uiteindelijk in een diploma te halen!”

EN LAAT DIT NU NET DE REDEN ZIJN WAAROM WE VAN ONS LATEN HOREN! #VuurWerk

Anneke Crombez

Categorieën
Inzending

“Soms moet een makelaar in oplossingen geduld hebben”

In maart trok Rita L’Enfant de deur achter zich dicht na een carrière van meer dan 40 jaar bij Samenlevingsopbouw. Sinds dat pensioen heeft ze haar handen vol als voorzitter van het Schaarbeekse gemeenschapscentrum De Kriekelaar. Toch neemt ze even de tijd voor een gesprek over hoe Samenlevingsopbouw al decennialang werkt aan oplossingen voor maatschappelijke problemen.

Samenlevingsopbouw is vandaag een ‘makelaar in oplossingen’. Is dat nieuw?
Rita: Hoegenaamd niet. We zijn altijd al bezig geweest met sociale innovatie en sociaal ondernemerschap. Alleen heette dat toen nog niet zo.

Kan je daar een voorbeeld van geven?
Rita: Er zijn er zo veel. Zo stond Samenlevingsopbouw dertig jaar geleden al mee aan de wieg van de Belbus en de Sociale Verhuurkantoren. Maar ook op het vlak van werk zochten we steeds naar vernieuwende oplossingen. Ik denk aan de werklozenwerkingen in de jaren 80 en later de initiatie van allerhande opleidings- en tewerkstellingsprojecten.

In gesprek gaan
Sinds jaar en dag werkt Samenlevingsopbouw van onderuit aan oplossingen. Kunnen onze opbouwwerkers lokaal voor elk maatschappelijk probleem worden ingeschakeld?
Rita: Het is niet zo dat wanneer er zich in een gemeente een probleem voordoet, het bestuur maar naar Samenlevingsopbouw moet bellen voor een oplossing. Zo makkelijk is het niet. Je hebt politici nodig die bereid zijn om zich minstens voor een deel in onze visie in te schrijven.

Is dat moeilijker dan vroeger?
Rita: Nee, ik weiger te geloven dat het vroeger beter was. Samenlevingsopbouw heeft altijd en overal het debat moeten aangaan. Toegegeven, in een aantal gemeentes staan de extreme meningen vandaag sterker dan vroeger. Maar in veel lokale besturen zitten gelukkig mensen die het goed voor hebben. Het is onze taak om met hen in gesprek te gaan.

Kringloopwinkels
Hoe doe je dat?
Rita: Een gedegen voorbereiding is alles. Ik geef een voorbeeld uit de oude doos. De uitbouw van kringloopwinkels in West-Vlaanderen is een idee van Samenlevingsopbouw uit het begin van de jaren 80. Je had er toen een opbouwwerker met uitstekend strategisch inzicht. Eerst heeft hij een platform gevormd met een aantal gelijkgezinde organisaties. Ze hebben onder elkaar uitgeklaard wat ze wilden, waar ze op wilden toegeven en waarop niet.

En daarna?
Rita: Vervolgens zijn ze bij verschillende OCMW’s en intercommunales gaan aankloppen voor middelen. Dat waren bijzonder harde onderhandelingen waarvoor de nodige argumentatie en diplomatie aan de dag gelegd moesten worden. Daar is toen zwaar op gesakkerd, maar uiteindelijk lagen de resultaten er wel. Een duurzame oplossing – toen al! – voor mensen die ver van de arbeidsmarkt verwijderd zijn.

Hal 5
En dat kan vandaag nog steeds?
Rita: Maar natuurlijk. Neem Hal 5 in Leuven. Dat was een leegstaande spoorweghal, een stadskanker. Samenlevingsopbouw Riso Vlaams Brabant heeft als één van de partners ervoor gezorgd dat dit nu één van de hotspots in Leuven is.  Riso verzorgt er een solidaire buurtwinkel waar mensen in een kwetsbare positie tegen een lagere prijs inkopen kunnen doen. Dat was voor de andere organisaties, die zich meer op gegoede bezoekers wilden richten, niet evident. Maar doordat Samenlevingsopbouw goed voorbereid aan tafel kwam, is Hal 5 ook voor mensen in een kwetsbare positie een succesverhaal.

Is er dan geen verschil met vroeger?
Rita: Toch wel. Bij zulke onderhandelingen moet er soms wat druk gezet worden. Vroeger haalden wij dan een laken uit de kast, schilderden daar onze leuzen op, en gingen de straat op. We trokken daarmee gegarandeerd persaandacht. Dat is vandaag niet meer het geval. De tenen van de politiek zijn soms ook langer. De druk op politici is veel groter. Ze worden veel sneller afgerekend door media en publiek. Dat bemoeilijkt het werk voor Samenlevingsopbouw toch wel.


Energie en Armoede
Hoe ga je daarmee om?
Rita: Onze grote troef is dat we met kennis van zaken spreken. Doordat opbouwwerkers dag in dag uit met mensen in een kwetsbare positie werken, weten ze als geen ander wat de problemen zijn. Politici hebben daar vandaag geen idee van. Vroeg of laat hebben ze die expertise nodig om tot oplossingen te komen in hun stad of gemeente. Door daarop in te speken, kan Samenlevingsopbouw zijn invloed vergroten.

Dat is werk van lange termijn
Rita: Kijk naar de resultaten van de collega’s van Energie en Armoede. Zij zijn erin geslaagd om energiearmoede op de agenda te krijgen. Politici en energieleveranciers wisten zelfs niet dat dit bestond. Maar door hun enorme dossierkennis hebben de opbouwwerkers een complete mentaliteitsverandering gerealiseerd. Daardoor staan zelfs de grote spelers in de energiesector vandaag open voor hun oplossingen. Dat is niet van dag op dag gebeurd. Soms moet een makelaar in oplossingen geduld hebben.

Interview met dank aan SAM vzw, steunpunt Mens en Samenleving

Categorieën
Inzending

Een sociaal werker wil onrecht herstellen, daar waar nodig.

Sinds de eerste berichtgeving over de volgende besparingsaanslag, dit keer op welzijn, schommel ik tussen ongeloof, woede en daadkrachtige hoop.
Hoe kan een welvarend land als België beknibbelen op welzijn terwijl de werkvloer creatief blijft opboksen tegen de steeds groeiende wachtlijst en dagelijks dapper verder werkt om het vertrouwen tussen burgers onderling en de samenleving te herstellen?
Tezelfdertijd bleef ik luisteren naar de hoopvolle stem Van Rutger Bregman in ‘de meeste mensen deugen’. Een pleidooi over de goedheid die in onze menselijke natuur zit en hoe de vernislaag, die we beschaving noemen en zijn kunstmatig bedachte structuren, zomaar de teloorgang van deze vriendelijke natuur kan betekenen. 

‘Afstand zorgt ervoor dat we tot de meest gruwelijke dingen in staat zijn’, onze politieke leiders lijken wel heel ver van de dagdagelijkse realiteit van hun volk als ze cultuur en welzijn zo genadeloos tekkelen. 
Eerlijk is eerlijk, als zelfstandige in bijberoep kan ik niet dezelfde zorg aanbieden voor mensen in hoogconflictouderschap als ik vanuit een welzijnsorganisatie kan #cawoostvlaanderen Tuurlijk wel, als mensen kapitaal krachtig genoeg zijn en over voldoende wil en inzicht beschikken om situaties voor henzelf en voor hun kinderen te veranderen. Maar met de huidige rechtsbijstandregeling en zijn limieten in tijd en kostprijs bereik je simpelweg niet die meest kwetsbare doelgroep: ouders die meegesleurd worden in de zuigkracht van het conflict en kinderen wiens behoeften vaak ondergesneeuwd geraken. Er is geen ‘quick fix’ voor, we geven tijd, zorg op maat, begrip en helpen hen vertalingen en veranderingen maken.
Het is maar één van de problematieken waar we ons voor inzetten, collega’s in en over de verschillende sectoren doen ander werk met dezelfde gedrevenheid en passie! ❤️
Jullie vraag, of eerder opleg, van besparing is een vraag naar morele en menselijke eeltvorming, het druist in tegen alle redenen waarom we kozen voor deze job! Een sociaal werker wil onrecht herstellen, daar waar nodig.

Kunst en cultuur staan gelijk aan spel, hetgeen we zo hard nodig hebben in onze ver gedreven competitiemaatschapppij. Welzijn is de hoeksteen van onze samenleving, het omgekeerde van spel en welzijn is depressie en isolement. Dit gaat niet de juiste richting uit, beste regering.

Het debat over het verzet tegen de besparingen gisteren in de zevende dag was misselijkmakend! De ware betekenis van democratie is ver te zoeken wanneer een Vlaams parlementslid ‘Vuurwerk’ (die de stem van zovele middenveldorganisaties verenigt) aanduidt als onruststoker en aanmaant tot blinde volgzaamheid (terwijl het politieke apparaat weigert hun eigen duizelingwekkende kostenstructuur te bekijken), en er vervolgens bespottelijk aan toevoegt dat het middenveld op deze manier ook eens in de kijker wordt gezet, het zet alleen meer kwaad bloed…

En het brengt ook kracht!! 😃 Wanneer het middenveld massaal wordt aangevallen, raak je mensen in het hart en zijn we met velen om de macht terug te halen naar waar deze thuis hoort! #participatiepolitiek
Beste regering, jullie maken er een boeltje van, een door egogedreven strijdtoneel.
We gaan knallen deze week voor onze cliënten, voor onze kinderen, voor onze collega’s en voor een warme samenleving. Mijn hoop en oproep is dat we dit niet alleen doen met beroepskrachten uit het werkveld want deze maatregelen raken ons allemaal! #vuurwerk#duidelijknietmijnregering #optimismewint

Geschreven door Jody Kluge

Overgenomen van publieke post op Facebook

Categorieën
Open Brief

Open brief ‘Wat is er toch aan de hand?’

Waar de sociaal werker eerder de tanden zette in onrecht en als rasechte straatwerker met vuist op tafel de problemen luidkeels beschreeuwde, proberen we nu lief en voorzichtig en vooral niet te luid de mensen te ondersteunen in het rasterwerk van papierwerk, achterstallige betalingen, tijdelijke jobs.

We proberen hen met smeekbedes aan immokantoren aan een woning te helpen, we kneden en masseren tot ze in het pakketje passen die de deur opent naar gespecialiseerde hulp. Met lede ogen, armen languit naast ons lichaam en met open mond bekijken we de actualiteit van de laatste weken. Want, ja, de besparingsmaatregelen zullen impact hebben op de mensen waar we mee werken, ze zullen impact hebben op de uitbouw van ons werk.

Wat doet dat ons, beroert dit de gemoederen van de maatschappelijk werker binnen het CAW… kijken we toe of bundelen we signalen en laten we onze stem horen? Het voelt alsof we deel worden van iets waar we geen deel van wensen te zijn. We houden problemen in stand, enerzijds, door wat we kunnen stretchen, te rekken naar wat we eigenlijk niet zo heel goed kunnen, maar wel moeten omdat niemand anders het doet.

We dekken toe, anderzijds, door deze manoeuvres niet te schreeuwen, maar te fluisteren, te
‘compromissen’, door te kijken in de ander zijn richting als het op signaleren aankomt. Nu mensen het harder te verduren krijgen, in steeds moeilijker omstandigheden leven horen we koude boodschappen van de leiders in onze democratie. Lossen we de problemen op met een terugkeer naar de oeroude caritas-gedachte? De warmste week als ‘belijving’ van de vermaatschappelijking van de zorg?

Stretchen kunnen we… maatschappelijk werkers zijn out-of-the-box denkers, maar hoe kan creatief verder nagedacht worden als dat gedachtengoed geen vaste grond krijgt? Als geen koepelorganisatie deze ideeën oppikt en uitwerkt, ondersteunt en tevens mensen hierin opleidt…

Hoe kan je blijvend creatief denken als we niet kunnen rekenen op steun om zeer laagdrempelige initiatieven uit te bouwen die mensen bij elkaar brengen en hen dat duwtje geven richting hulp? Die laagdrempelige initiatieven die onvoorwaardelijk hun deur openzetten…

We zetten op micro en mesoniveau mooie overlegstructuren op, om de afstanden tussen hulporganisaties te verkleinen. Dat levert op, in sneltempo. Het lijkt ons belangrijk dat we ons wapenen, ons bewust zijn over de zo menselijke en makkelijke reflex om je kwaadheid en onmacht te richten naar een collega van een andere afdeling of een andere organisatie die zijn grenzen trekt.

We horen ons niet kwaad te maken op de hulpverlener van het psychiatrisch ziekenhuis die een patiënt niet kan opnemen, we moeten ons kwaad maken op de resem keuzes van een regering die ervoor zorgt dat er moet gevochten worden voor een plekje gepaste hulp. Elkaar beoordelen en veroordelen lijkt sterk op wat we zien gebeuren in onze samenleving. Bevolkingsgroepen zetten zich af tegen andere groepen, mensen zien elkaar als bedreiging, er is een klimaat van angst. Een regering die de bodem van solidair samenleven wegneemt en beknot is het laatste wat deze samenleving nodig heeft.

Als sociaal werkers lijkt het ons essentieel dat we collega’s, cliënten, vrienden en familie hierop attent maken, we hebben een taak om dit te blijven herhalen, te blijven agenderen, te blijven in discussie brengen, te blijven signaleren. Het lijkt ons billijk hierbij een oproep te doen om zichtbaar te maken waar we voor staan, wat wij belangrijk vinden als tegenreactie op hetgeen we met lede ogen, slappe armen en open mond zien gebeuren.

Na jaren investeren in interne opbouw rond fusies en interne herstructureringen komen we op een kruispunt op maatschappelijk vlak. Dat vraagt nu meer dan ooit om een signaal naar buiten. We voelen ons strijdvaardig, maar kunnen dit niet alleen.

Er lopen initiatieven die deze verontwaardigingen en strijdlustigen bundelen, we hopen dat we hier met velen een plaats kunnen in vinden de komende weken. Verder zou een krachtige visie, een strijdlust van een intussen groot aanwezig orgaan in Vlaanderen, het CAW, een zinvolle en welkome stem zijn in deze tijden. We maken ons ‘SAMen ongerust’, we vragen ‘zuurstof aan solidariteit’

3/12 -> ​www.vuur-werk.vlaanderen​ donderdagnamiddag martelarenplein Brussel.

Reintje, Erica en team wonen Brugge

Categorieën
Inzending

Neen, ik ben niet die Vlaming

Neen, ik ben niet de jongeman met donkere huidskleur die op de trein gevraagd wordt om een nieuw ticket te kopen, ook al heeft hij een geldig ticket op zak. Als hij weigert krijgt hij te horen ‘dat hij maar moet terugkeren naar Kinshasa als het hem hier niet bevalt’.

Neen, ik ben niet het moslimgezin met buggy en één kind aan de hand dat op het voetpad rakelings door een fietser wordt gepasseerd en tegelijkertijd wordt uitgekafferd voor ‘bruin volk’.

Neen, ik ben niet de moslimvriendin die op een oudercontact moet horen dat haar leerkracht tegen haar moeder zegt: “Waarom wil je dat je dochter studeert? Jullie belanden toch in de keuken.” 

Neen, ik ben niet het geëngageerde meisje dat zich een dag inzet voor het goede doel en fier haar verhaal wil delen, zoals alle andere klasgenoten, in het klasalbum van de school en te horen krijgt dat haar verhaal niet kan worden gedeeld omdat ze een hoofddoek draagt. Een deuk in haar engagement.

Neen, ik ben niet de moslimvriendin die op een bus onheus wordt behandeld. Ze wijst de chauffeur vriendelijk op zijn onvriendelijkheid en krijgt meteen de boodschap ‘als ge wilt dan zet ik u zo buiten!’

Neen, ik ben niet de vrouw die door twee dronken mannen lastig gevallen wordt aan de kassa en ook nog wordt uitgescholden voor *kutmarokkaan*.

Neen, ik ben niet de geëngageerde vrijwilliger die bij haar aanstelling als voorzitster bij een grote jeugdwerkorganisatie wordt overladen met haatberichten van ‘draagt ze een bommengordel?’ tot ‘wat is die vod op haar hoofd.’

Neen, ik ben niemand van hen.
MAAR ik ken hen wel en ik zie de pijn die ze voelen, ik zie de kwetsuren die ze oplopen, ik zie de kansen die ze mislopen, ik zie hun zelfbeeld verzwakken, ik zie hun identiteit verkleinen.
Ik bied hen ondersteunende gesprekken. Als buurman, als vriend, gewoon als mens. Want dat is wat je nu éénmaal doet als je iemand ziet die gekwetst werd. Helpen en luisteren.

Toch merk ik dat ik als witte dertigjarige man nooit volledig kan begrijpen hoe dat moet zijn om zo een bagger over je heen te krijgen, om dagelijks geconfronteerd te worden met racisme, met uitsluiting, met verwensingen. Met die bagger die niet stopt op de straat maar online onverbiddelijk doorgaat op sociale media.
De hulp die ik wil bieden kent helaas grenzen.

Ze vergt veel mentale ruimte en zo een verhalen hakken er bij mij ook wel in. Ik ben daar letterlijk niet goed van: dat mensen dit soort zaken doen ten aanzien van een medemens doet ook mij pijn.
Maar mijn hulp is ook beperkt door wie ik ben en hoe ik ben opgegroeid. Dat is niet uit onwil of zo, wel omdat onze identiteiten verschillend gegroeid zijn: ik ben wit, ik ben een man, ik kreeg veel kansen en heb de eer om een mooie job te kunnen uitoefenen. Met andere woorden: Ik kan nooit echt voelen wat zij voelen.

Ik ben me daar heel goed van bewust en het is daarom zo nodig dat bovenstaande mensen op regelmatige basis terecht kunnen bij mensen die meer zoals ‘zijzelf zijn’. Waar ze zichzelf in anderen herkennen. Waar ze hun verhaal kunnen vertellen. Een veilige plek, een safe space, eentje onder gelijken.

Heel wat organisaties bieden net die safe places aan: gebaseerd op gelijkenissen van mensen, op overeenkomsten in hun verhaal of hun afkomst. Met als doel het versterken van die mensen én het versterken van hun verhaal zodat het beleid ook hun situatie verbetert. Politiserend werken heet dat. En dat betekent ook dat men zaken aankaart die niet kunnen: zoals discriminatie of maatregelen die mensen meer de dieperik in duwen.
Ze zorgen ervoor dat mensen sterker in het leven staan, dat hun belangen worden verdedigd, dat ze in contact komen met andere mensen, de taal leren, binnenkomen in het sociaal weefsel die onze samenleving rijk is.

Die organisaties zijn niets nieuws: vrouwenbewegingen, bewegingen rond geaardheid, jeugdbewegingen, doelgroepbewegingen of organisaties die zich verenigen rond een beroep of bijvoorbeeld de Vlaamse identiteit. Stuk voor stuk gelijkgezinden die zich verenigen en politiserend werken, dat doen we al jaren zo. We kennen ze allemaal en elke beweging heeft zaken gerealiseerd.

Onze beleidsmakers hebben de mond vol van een warm Vlaanderen. “Wij Vlamingen, zijn sociaal en zijn solidair met elkaar. We zijn trots op onze waarden en normen.”
Tegelijkertijd breekt de overheid net die organisaties af die daartoe bijdragen. Ze trekt zich terug uit Unia, viseert het Minderhedenforum, viseert organisaties die zich organiseren op basis van etnisch-culturele gelijkenissen, …
Men viseert net die organisaties die werken rond het versterken van mensen rond een bepaalde identiteit of afkomst of achtergrond. Diegene die er voor gaan om er voor te zorgen dat iedereen weer mee kan door hun beleid te bekritiseren. Die wil men kapot. Daar bestaan woorden voor: discrimineren, het zwijgen opleggen, revanche, afrekenen, … Koepels voor bedrijven, eigen ‘Vlaamsche’ organisaties, taalgroepen, boerenbewegingen, … die evenzeer kritiek spuien, blijven mooi buiten schot.

Dat N-VA dit doorvoert is begrijpelijk, alles wat vreemd is en niet past binnen de enge invulling van de Vlaamse identiteit, moet weg.
Maar het is onbegrijpelijk dat een CD&V hier in meegaat. Waarvoor staat die ‘C’ eigenlijk nog? Censuur?
En waarvoor staat die ‘open’ nu alweer in Open Vld? En het vrijwaren van mensen hun vrijheden, dat is toch iets liberaal? Niet?
Als men roept dat ‘De Vlaamse overheid enkel nog organisaties gaat subsidiëren die zich niet ‘terugplooien op etnisch-culturele afkomst’ en ‘polarisatie en segregatie in de hand werken’ dan hoop ik dat men bij zichzelf begint: want zijn zij het niet die die ‘polarisatie en segregatie’ net in de hand werken? En nogal hard bezig zijn met de Vlaamse cultuur en identiteit?

Bedoelen jullie niet gewoon dat jullie af willen van die ‘vervelende minderheden’?

Neen, ik ben niet die Vlaming. 

Ik ben wel een mens die zich laat leiden door het mensenrechtenkader en door de vele warme praktijken die ik in onze samenleving zie. Diegene die ik dagelijks tegenkom: van Kelly die haar dakpannen schenkt aan onze verbouwing, van Hafsa die mij helpt bij het opstellen van een opiniestuk, van Sylvia, Ayla en Willy die op onze kat letten als we weg zijn, van Youssra die me een motiverende speech geeft wanneer ik me even niet goed voel, van Abdel die me helpt met receptietafels uit de auto halen, van Jan, Thibeau, Dries en Matice die ons helpen de oprit in te richten, van Don die me die schouderklop geeft wanneer ik die nodig heb, enzovoort.
Een mens die ziet dat onze samenleving heel wat verschillende mensen rijk is, gedragen en versterkt door een ondersteunend middenveld, dat ons leert samenleven, leert respect te hebben voor elkaar, leert dat we samen meer zijn dan alleen. 

Merijn Van de Geuchte